Over de toekomst zonder subsidies
Grote donkere wolken pakken zich samen boven de kunstwereld. De subsidiekranen worden dichtgedraaid, maar blijven nog even nadruppelen. Angstige kunstenaars en vooral angstige kunstorganisaties zien hun toekomstplannen in rook op gaan. Ik zeg vooral angstige kunstorganisaties, omdat het overgrote deel van subsidiegeld maar mondjesmaat aankomt bij de kunstenaars.
Het onvermijdelijke is begonnen en wat ons te doen staat en wat we altijd al wisten, moeten we nu uitvoeren. De kunstenaar ligt al jaren krom onder het huidige kunstklimaat. Subsidiemogelijkheden alom, de gekste projecten kunnen gerealiseerd worden, maar een simpele boterham met kaas blijft moeilijk te verdienen. Deze nieuwe politieke ontwikkelingen gaan het nog moeilijker maken, want kunst verkoopt niet. Kunstenaars en kunsttoners (lees: galerie-eigenaren, organisatoren en curatoren) verdienen geld met het tonen van kunst en hierbij is het niet het publiek dat de getoonde werken mogelijk maakt en alle zaken die er bij komen kijken, maar de subsidiegevers. De gesubsidieerde kunstwereld draait, maar wordt niet erkend. Publiek heeft geen binding met de kunstwereld die in hun ogen doen waar ze zin hebben en daar ook nog eens voor betaald krijgen. Politieke partijen maken gretig gebruik van deze houding van het volk.
Er moet verandering komen in de kunst en het liefst nu.
Hoe kan kunst veranderen, verkoopbaarder worden? Ik zeg niet dat kunst verkoopbaarder gemaakt moeten worden. Er is geen manier om beeldende kunst op zichzelf verkoopbaarder te maken. Of het is vormgeving/design werk dat goed in de markt ligt of het is naamsbekendheid die een kunstwerk verkoopbaarder maakt, niet een aanpassing van het kunstwerk zelf. Een bepaalde moraal en zelfs elite gedachtegoed over beeldende kunst mag in tact blijven. Het is de kunstenaar die moet leren geld te genereren met wat hij/zij doet, het zijn de kunstorganisaties die het publiek, het Volk, moet laten weten dat kunst niet gratis is. Het is niet gratis te maken, te exposeren, te bekijken. Het kost geld om er te zijn! Zelfs als het werk, de kunstenaar en de expositie volledig gesubsidieerd zijn, wordt er nooit geld verdient met het tonen van kunst. Het publiek betaald geen entree, koopt of huurt geen werk, eventueel een ansichtkaart voor een euro, drink een bakje koffie en gaat toch vervuld en goed gevuld naar huis.
Maar kunst is toch ook niet nodig, niet noodzakelijk?
Nee, dat is het ook niet, maar onder het mom van de “Kredietcrisis” wordt nu wel een groot deel van de kunstwereld, inclusief musea, kunstinstellingen, initiatieven, kunstenaars en nog te ontstaande en bestaande kunstwerken, weggevaagd. De subsidies worden gekort en toch blijft er uiteindelijk een groot gapend gat open in de regeringskas. Deze kan onmogelijk gevuld worden met geld uit de kunst, want als er al zoveel geld in de kunst was, dan ging het toch niet zo slecht met de kunstenaar en bestond het fenomeen “de arme kunstenaar” toch niet.
Tegen de tijd dat deze realisatie er is, is het aanbod kunst, dat in tijden van crisis door de eeuwen heeft bewezen heeft een welkome bron van vermaak te zijn, schaars.
Tenminste als wij, kunstenaars en kunsttoners, ons dit niet van te voren realiseren.
Een subsidievrije kunstwereld kan tot zeer positieve gevolgen leiden mits er plaats is voor verandering. In de eerste plaats zijn de gevolgen misschien te vergelijken met een grote ramp, waarin chaos domineert. Kunstinstellingen geven hun laatste expositie, omdat ze noodgedwongen moeten sluiten, galeries stunten met kunstprijzen, 2 halen 1 betalen en kunstenaars hangen hun kwasten, schuurmachines en latexmengels massaal aan de wilgen.
“Uitdrukking: “De lier aan de wilgen hangen”. Het opgeven. Afgeleid van Psalm 137:1-2, waarin de joodse ballingen weigerden voor hun onderdrukkers te musiceren, met de woorden Wij zaten aan Babels rivieren en huilden als we dachten aan Sion. Aan de wilgen daar hingen wij onze lieren.”
Maar na deze tijden van chaos en verdriet, komen er vele nieuwe mogelijkheden of mooier “opportunities” in de kunst. Het aanbod kunst wordt schaars en moeilijk te zien voor het publiek. Kunst met de hoofdletter K is dan nog alleen te zien in de grote musea (die overigens vooral worden bezocht door toeristen).
Kunst wordt gewild, gemist en misschien zelfs opnieuw gewaardeerd & geliefd.
Als kunst geen “openbaar goed” meer is (lees: gratis te zien & mogelijk door subsidies) ontstaat er weer een markt. Mensen willen kunst zien en hier zelf entree voor betalen, ze willen kunst in huis hebben.
De prijs-kwaliteit verhouding stabiliseert. Om je werk te verkopen, en om werk te kunnen blijven maken, moeten de kunstprijzen zakken met als gevolg dat er meer kunst aangeschaft kan worden door een grote groep. Als het namelijk goed is maakt de kunstenaar werk ongeacht of deze verkocht wordt of niet, als het werk vervolgens verkocht wordt, zorgt dit in de eerste plaats ervoor dat de kunstenaar werk kan blijven maken (kunstenaars leven nog steeds niet van lucht, ook al proberen we het al eeuwen).
Kunsttoners (lees: galerie-eigenaren, organisatoren en curatoren) gaan zoeken naar alternatieve locaties om kunst aan de man te brengen. Dit brengt de kunst automatisch dichter naar het volk. Om kunst te kunnen tonen, moet geld verdient worden, dus kunsttoners moeten hierin een actievere rol gaan nemen. Zij moeten straks ook hun inkomen verdienen en rechtvaardigen en de “belofte van” is dan niet meer toereikend. Kortom kunstenaars kunnen straks met een beetje geluk “leven” van hun vak!
Mede mogelijk gemaakt door het boekenweekgeschenk “Duel”, die naar mijn mening dit alles veroorzaakt heeft. Ik heb het boek nog niet eens uit en ik stel me bij iedere regel die ik lees voor hoe de lezers; werknemers, werkgevers, tandartsen, huisvrouwen, leraren, NSconducteurs, bij elke regel hun lippen likken en hun vuisten ballen en denken, “belachelijk, belachelijk die kunstenaars en die musea. Weg met kunst, weg met de subsidies!”, ik denk er bijna zelf ook zo over door dit boek...
En ook mede mogelijk gemaakt door de eenzijdige houding in de media die alleen praat over grote getallen die over de balk gesmeten worden om te verbouwen en stoffig werk aan te schaffen. En de politiek die ons dom probeert te houden en denkt dat ze ons kunnen vertellen wat wij nodig hebben.
*Titel 'Free Money' van het nummer van Patti Smith
Geen opmerkingen:
Een reactie posten